Aan de Ed: Groot
Agtb. Heeren Burgemeesteren & Regeerders der
Stadt Rotterdam.
Geeven met
verschuldigde Eerbied te kennen Mattheus
Besselaar & Johannes Bruijning
Schippers van deese
Stadt op delfshaven en vise versa.
Dat hun Supp.’n Veer,
leg, of losplaats althans is, Aan het
Steijger, tusschen de groote markt en het
Zirikzeesche hooft.
Dat zij Supp.’n
Uijthoofde de sterke leverantie der branders
te Delfshaven, Aan de koopluijden deezen
Stadt, genoegsaam dagelijks alhier moeten
lossen. Zoodat de bovengem: leg, of
losplaats, voor hun Supp.’n ten allermeeste
moeijelijk en veel tijdsoorsaak is geweest,
Zij Supp.’n buijten staat worden gesteld, om
de negotie behoorlijk te kunnen ten diensten
zijn, uijthoofden dat de Kolk,
voornamenklijk des maandags en dingsdags der
maten gepropt legt, en bezet is met
marktscheepen, aardappelschuijten, & & dat
niet (zonder veel tijd verzuim, Schaadevaaring aan hunne en andere Scheepen,
verzeld met hooge, en dikwels al te sterke
woordedespeling.) hun teegenswoordige Veer
kunnen bekomen, behalven nog dat het
dagelijks passeeren door de kleijne
draijbrug ongereedt, en meede allerlastigt
is, en waar zij Supp.’n, zoo door handen
windt, als het steeds sterk stromenden
sluijswater, dikwils schaade bekomen.
Al het welke veel
ligt, motiveren kunnen geweest zijn,
dat H: Ed: Gr: Agtb: het dordrechtse
veer, Eertijds Aan hun Supp.’n losplaats,
verlegt, en geordonneert hebben waar het
tegenwoordig nog is.
Wishalven zoo zijn de
Supp.’n te raaden geworden hun reverenten
lijk te keeren tot U WEd: Groot Agtb:
ootmoedig verzoekende dat het U Wed: Gr:
Agtb: goetgunstelijk gelieven -te behagen,
hun supp.’n te doen bezongen een andere leg
of los plaats; bevrijd van boven gem:
inconvenienten, en moeijelijkheeden, daartoe
onder revenentie U Wed: Groot Agtb: onder
het oogbrengende, plaatsen, waar zij Supp.’n
vermeijnen hun veer gevoegelijkst zouden
kunnen werden geapproprieert. Als
eerstelijk, aan begin van de Geldersche
Kaaij, voor het ………… koffiehuijs, waarde
Zuijdelijkste Antree, of vleugel. den
gapenbrug reeds een hoek formeert, of van
daar, ergens,
aan genoemde Geldersche kaaij,
Voorbij de Koningsteeg tot aan de huizinge
van Richard Gray.
Waar als dan zoude
dienen gesteld te worden een houte hoofje,
en Sterke wip, of stander om zware goeder te
kunnen laaden en lossen, verders dat het U.
Wed: Groot Agtb: Meede gelieven te behagen
hun supp.’n als dan te ordonneeren om …
[Wordt nog vervolgd!]
|