Bekend zij aan eenieder, dat gekomen en gestaan zijn geweest voor schepenen ondergeschreven Sijmon zoon van wijlen Henrick vanden Broeck als man en momber van Margriet zijn huisvrouw en Henrick Goiairts als man en momber van Agnes zijn huisvrouw, gezusters, dochters van wijlen meester Everardus van Amerzoijen en ze hebben van zekere erfelijke goederen, te weten van twee hoeven met al haar toebehoren, waarvan de ene gelegen is alhier binnen de Heerlijkheid van Tilborch ter plaatse genaamd Looven en de ander in Oisterwijck ter plaatse genaamd Kaercoven, hun aangekomen en bestorven van wijlen Lucas van Amerzoijen hun oom, en die wijlen jonkvrouw Aleijd van Wijsselt weduwe van deze Lucas van Amerzoijen voornoemd gedurende haar leven in vruchtgebruik gebruikt en bezeten had, en welke twee hoeven aan de voors deelslieden tegen hun andere mededeelslieden, in schependeelbrieven binnen Sinte Oeijen Rode gepasseerd zijnde, toegewezen en ten deel gevallen waren, alles zoals zijlieden verklaarden, een zekere onderverdeling en scheiding gedaan, beraamd en gemaakt op de manier hierna volgende. Tengevolge van deze onderverdeling en scheiding zal de voors Sijmon vanden Brouck uit de naam van Margriet zijn huisvrouw voornoemd hebben, houden en erfelijk voor zijn deel bezitten de hoeve alhier in Tilborch liggende in alle wijzen en manieren zoals die nu tegenwoordig door Wouter Gerits in laatschap gebruikt en beteeld wordt, samen ook met al de houtwas daarop staande en daartoe behorende, zowel hetgeen dat reeds daarvan verkocht is als hetgeen dat alsnoch niet verkocht is, nog een stuk beemd in alle grootte zoals het in Udenhout gelegen is en daartoe nog zeker opgaand eikenhout, staande in Oisterwijck ter plaatse genaamd den Boevendries. Waartegen de voors Henrick uit de naam als voor zal hebben de hoeve binnen Oisterwijck voors gelegen in alle wijzen en manieren zoals die aldaar door Ghijsbert Jan Goiairts bedreven en in laatschap beteeld wordt, samen met een heiveld en drie diverse kleine cijnsjes, twee daarvan van ongeveer een karolus gulden elk verhypothekeerd op zekere onderpanden binnen Oosterwijck gelegen en de derde van 15 stuivers, die men jaarlijks uit zekere goederen behorende aan de Taeffelen des Heijligen Geests binnen Oisterwijck voors uitreikt